Literatuur
- Hulzen, A. van, Utrechtse kloosters en gasthuizen. Baarn (Bosch & Keuning), 1986cop. [158 blz. ISBN 90.246.4576.X]. Hierin "Het Brigittenklooster": blz. 61-64
- [J.R.], "De aalmoezenierskamer te Utrecht, enige grepen uit de van harentwege gehouden aantekeningen". In: Maandblad Oud-Utrecht, 1968, blz. 71-72 (in de refter zetelde de stadsaalmoezenierskamer van 1629 tot 1816. "Dit reventer was bereikbaar door een poortje aan de zuidzijde van de Brigittenstraat". De refter werd verlaten in 1816 "omdat het gebouw onder de zware last van de voor uitdeling aan de armen opgetaste turven bezweek en ineen stortte.")
- Graafhuis, A,, "Utrechtse musici concerteerden samen met Mozart". In: Maandblad Oud-Utrecht, [03-] 1956 [jrg 29], blz. 17-21 (Hierin: n.a.v. de uitnodiging voor het concert: "De hier bezoelde 'Musiek-Zael' was voordien gevestigd geweest in het gebouw van de Aalmoezenierskamer aan de Brigittenstraat. Op 31 december 1736 besloot de vroedschap echter 'uyt consideratie, de musieck dagelijks is toenemende en 't vertrek in de Aalmoezenierscamer het getal de Liefhebbers en Toehoordenrs niet kan bevatten' aan 'heren regenten van 't Musieck-collegie' voor het geven van concerten 'het gebruyk van de groote Kamer int Bylhouder Gildenhuys' toe te staan. Later was daar het venduhuis van de familie Bresser en thans vindt men er de Vreeburg-bioscoop")
- Kreule, Jeroen, "Centraal Museum begon op zolder". In: Algemeen Dagblad - Utrechts Nieuwsblad, 11-12-2014, bijlage 'Utrecht', in de rubriek 'Stadsleven', blz. 16 (In 1988 schreef Tolien Wilmer een boekje 'Museum op zolder' naar aanleiding van een tentoonstelling van 24 aquarellen van Anthony Grolman van de collectie historische voorwerpen, zoals die in 1889 opgeslagen lagen op de zolder van het stadhuis. Tal van oude voorwerpen in bezit van de stad lagen verspreid te verkommeren. "Als voorbeeld noemt Wilmer de opslag van oude meubels en schilderijen in het voormalige Brigittenklooster. Er lag zoveel turf dat de zoldervloer het in 1816 begaf. De hele turfvoorraad viel op de vlak daaronder bewaarde kunstvoorwerpen. Het merendeel van de schilderijen werd vernield en de licht beschadigde kunstwerken werden bij het venduhuis bij opbod verkocht.")